De aandelenbeurzen in New York zijn woensdag met verliezen gesloten. De graadmeters schoten kort voor de slotbel in het rood, nadat zorgen over de wereldwijde economie weer de overhand kregen. De Federal Reserve besloot eerder op de dag de renteniveau’s ongemoeid te laten tussen de 0,25 procent en 0,5 procent.
De Fed verwacht later dit jaar nog wel met twee rentestappen te komen. Daarbij gaan de beleidsmakers er onder meer vanuit dat de arbeidsmarkt zal aantrekken. Een tijdsindicatie voor een volgende rentestap werd niet gegeven. Overigens is het aantal Fedbestuurders dat rekent op slechts één rentestap in 2016 toegenomen.
De Dow-Jonesindex eindigde 0,2 procent lager op 17.640,17 punten. De brede S&P 500 verloor 0,2 procent tot 2071,50 punten. De technologiegraadmeter Nasdaq ging ook 0,2 procent omlaag, naar 4834,93 punten.
Banencijfer
Na het tegenvallende banencijfer dat onlangs werd gepubliceerd, was de kans op een verhoging volgens kenners al zo goed als verdampt. Ook wachten de beleidsbepalers in de Verenigde Staten op de uitkomst over het al dan niet uit de Europese Unie stappen door de Britten. In een nieuwe economische raming voorziet de Fed een groei van de Amerikaanse economie van circa 2 procent in de nabije toekomst. Daarmee lag het vooruitzicht iets lager dan bij de beleidsvergadering in maart.
Farmaceut Perrigo was op Wall Street een opvallende daler. Geruchten over een overname, die een dag eerder nog voor een koerssprong zorgden, werden woensdag door de top van het bedrijf ontkracht. Het aandeel Perrigo sloot ruim 9 procent lager.
Euro
Bank of America zag zijn beurswaarde 0,6 procent stijgen. Volgens zakenkrant Financial Times wil het financiële concern tot wel 8000 banen gaan schrappen, hoofdzakelijk via natuurlijk verloop. Het bedrijf gaat steeds meer over op digitaal bankieren en daardoor is minder personeel nodig. Het aandeel van grondstoffenhandelaar Freeport-McMoRan ging 7,7 procent vooruit. Het bedrijf maakte bekend overeenstemming te hebben bereikt over de financiering van een koperproject.
De prijs van een vat Amerikaanse olie daalde 2,3 procent op 47,40 dollar. Brent werd 2,6 procent goedkoper op 48,54 dollar. De euro was 1,1261 dollar waard, tegen 1,1214 dollar bij het Europese slot.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl